Published on: www.nrc.nl
Fairphone
De Fairphone 3+ heeft geen ‘smartphone-anorexia’
Volgens Eva Gouwens, ceo van Fairphone, is elektronisch afval de snelstgroeiende afvalstroom. „Een telefoon wordt gemiddeld iets langer dan tweeënhalf jaar gebruikt. Wij proberen telefoons te ontwerpen die veel langer meegaan – wij mikken op vijf jaar.”
Het nieuwste model, de Fairphone 3+, bestaat daarom uit zeven modules, net als bij legoblokjes, die met schroeven aan elkaar zitten. Alle blokjes zijn als losse onderdelen te koop in de webwinkel van Fairphone, zodat je de telefoon gemakkelijk zelf kunt repareren. „Nu belanden veel smartphones in een la als er één onderdeel kapot gaat”, zegt Gouwens. „Omdat reparaties vaak duur zijn of moeilijk uit te voeren. Door ons modulaire ontwerp zijn onze telefoons misschien minder dun, maar wat mooi is, is ook maar subjectief. Wij willen niet meedoen aan de ‘smartphone-anorexia’.”
Dat neemt niet weg dat het voor Fairphone moeilijk is om als klein bedrijf (94 werknemers) tussen de grote spelers in de telecom blijvende invloed te hebben. „Om te zorgen dat onze klanten niet achterblijven als er nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, verkopen we als losse module ook nieuwere, betere camera’s die ze zelf op hun telefoon kunnen plaatsen. Daarnaast zorgen we ervoor dat de software up-to-date blijft. En voor een groter bereik zoeken we partners om mee samen te werken, zoals Signify of Tesla.”
Circulaire fiets
Een nieuwe fiets van oude onderdelen
Voor hij met ‘Circular Cycling’ begon, ofwel het bouwen van circulaire fietsen, werkte Erik Bronsvoort in de bouw aan de reductie van koolstofdioxide. „In de bouw duurt alles lang, maar ik wilde graag sneller effect zien, echt iets kunnen dóén. Mijn vrienden zijn allemaal fietsers en wij spraken vaak met elkaar over duurzaamheid. We zagen een blinde vlek in de fietsindustrie: het idee heerst dat je het als fietser of als producent niet verkeerd kunt doen, omdat fietsen zoveel beter is dan autorijden.” Maar dat de bezigheid zelf goed is voor het klimaat wil niet zeggen dat de productie van fietsen ook duurzaam is. Daarom begon Bronsvoort in 2016 samen met compagnon Matthijs Gerrits met Circular Cycling. „Met ons initiatief wilden we laten zien dat je ook fietsen kunt maken met gebruikte onderdelen, die rijden als een nieuwe racefiets. Zo willen we ook verspilling van grondstoffen tegengaan.” Van 2018 tot 2019 had Circular Cycling een winkel in Utrecht. Uiteindelijk zijn Bronsvoort en Gerrits gestopt omdat het demonteren, schoonmaken, controleren en ombouwen van fietsen veel meer tijd kostte dan verwacht. En ook omdat er in hun ogen eerst op grotere schaal iets moet veranderen bij de grotere fabrikanten in de industrie: „Grote producenten ontwerpen heel snel nieuwe modellen, waar je veel oude onderdelen niet op kunt gebruiken. Hierdoor is het lastig ze te repareren en is de levensduur korter. Bedrijven zouden hun businessmodel veel meer moeten richten op het gebruik van fietsen, in plaats van op de productie van zo veel mogelijk nieuwe.”
Tapijt
20 miljoen kilo afval in de tapijten van Tarkett
„Wij houden nogal van tapijt”, zegt Ludwig Cammaert, hoofd ontwerp en technologische innovatie bij Tarkett. „Maar tapijt is niet zomaar tapijt. Je hebt allerlei soorten: voor vliegtuigen waar de karren makkelijk overheen kunnen rijden en voor luxe hotels met vaak bombastische designs. Maar ook voor kantoren voor een goede akoestiek of thuis in de slaapkamer voor warme voeten. Het tapijt waar wij het meest trots op zijn is de AirMaster. Dat draagt namelijk bij aan een betere luchtkwaliteit. We hebben een oplossing gevonden in de garenpool om fijnstof, een stof die slecht is voor de gezondheid, te kunnen binden aan het tapijt. Dat zorgt ervoor dat de fijnstofdeeltjes niet opstijgen als er een deur opengaat, of als je eroverheen loopt.” Maar dat is niet het enige waar Cammaert trots op is. Het AirMaster EcoBase-tapijt is ook ontwikkeld volgens de ‘cradle-to-cradlefilosofie’(van wieg tot wieg): „We zijn afval meer als grondstof gaan zien. Een voorbeeld: we gebruiken calciumcarbonaat om ervoor te zorgen dat onze tapijttegels stabiel op de grond blijven liggen. Voorheen werd dat speciaal voor de tapijten gewonnen vanuit mijnen in Noord-Frankrijk. Vervolgens werd het met een vrachtwagen naar Waalwijk gereden. Nu werken we samen met drinkwaterbedrijven in Nederland. Bij het produceren van drinkwater komt veel kalk vrij, maar voor drinkwaterbedrijven is dat slechts een afvalstroom. We gebruiken inmiddels circa 20 miljoen kilo afvalkalk per jaar voor onze tapijten.”
Econova-tv
De Econova-televisie schudde Philips wakker
Tien jaar geleden stond Rod White aan de wieg van de Econova-televisie: de eerste tv van Philips die voor het grootste deel uit gerecyclede materialen bestond. White is directeur ontwerpen bij TP Vision, de fabrikant die via een licentie de televisies en audioproducten met het Philips-merk maakt. En het hergebruik van materialen was niet het enige wat het toestel uniek maakte. White: „De plastic onderdelen vervingen we door kurk, en de afstandsbediening werkte op zonne-energie. En we keken naar de verpakking: in plaats van plastic gebruikten we bijvoorbeeld ongebleekte enveloppen.” De Econova wordt inmiddels niet meer verkocht. Dat komt volgens White doordat de huidige paneeltechnologie al veel verder is. „Maar de Econova heeft de mindset bij TP Vision wel veranderd. We maken nu veel meer producten volgens dezelfde principes. Bijvoorbeeld de Philips Fidelio X3, een koptelefoon. Die is gemaakt van recyclebaar aluminium en duurzame wol en leer. De komende jaren willen we veel meer van dit soort producten maken.” Volgens duurzaamheidsmanager Stefan van Sabben van TP Vision is het daarom ook belangrijk om het bedrijfsmodel te blijven evalueren. „We moeten ook kijken hoe we ‘refurbished’ producten kunnen gaan verkopen naast de nieuwe producten in ons assortiment.” Daarnaast wil Van Sabben de komende jaren meer aandacht besteden aan duurzamere verpakkingen. „Je product kan wel circulaire onderdelen hebben, maar als ieder onderdeel apart in plastic verpakt is, heb je als bedrijf geen goed verhaal.”
Bureaustoel
De Ahrend 2020’: één van de eerste circulaire bureaustoelen.
Ontwerper Kees de Boer, die 24 jaar bij kantoormeubelfabrikant Ahrend werkt, was betrokken bij het ontwerp van de bekende Ahrend 2020-bureaustoel door Paul Brooks. „Dat is één van de eerste stoelen ter wereld die ‘cradle to cradle’ gemaakt en gecertificeerd is,” vertelt De Boer. Letterlijk vertaald houdt dat in dat het product van wieg tot wieg geproduceerd is: „In plaats van dat het product uiteindelijk op de stort belandt – van de wieg naar het graf gaat dus – proberen we ervoor te zorgen dat alle onderdelen te hergebruiken of recyclen zijn. En ook dat een product een langere levensduur heeft.” Dat is wel lastig: „Zo is de stoel makkelijk te repareren: de schroeven zitten op een slimme plek en je kunt de stoel makkelijk herstofferen. Maar we moeten er ook rekening mee houden dat bepaalde kleuren of ontwerpen uit de mode raken. Daarom zijn we genoodzaakt om het ontwerp van onze stoelen zo neutraal mogelijk te maken. Zo worden ze hopelijk over tien jaar nog steeds gebruikt.” Niet alle stoelen van Ahrend volgen het cradle-to-cradleprincipe. „Dat zou te lang duren en kost veel geld”, zegt De Boer.