RIDE Magazine, zomer editie 2022. Tekst: Rodrick de Munnik. Fotografie: Michiel Maas
RIDE Magazine: MAN EN FIETS (M/V). ERIK BRONSVOORT
Voor zijn pensioen in 2050 wil hij de fietswereld hebben veranderd in een circulaire industrie, waarin alle materialen duurzaam zijn en worden hergebruikt. In de tussentijd geniet Erik Bronsvoort van de fiets, het fietsen en de kleine stapjes vooruit die hij zet in het halen van die missie.
De energieprijzen rijzen de pan uit. De aarde wordt uitgeput door een nog altijd groeiende wereldbevolking die snakt naar grondstoffen. In sweatshops zitten kinderen of dwangarbeiders te klussen aan spullen die we funshoppen en soms ongebruikt weer weggooien. En daar, bij de fietsenmaker in de etalage, staat je fonkelnieuwe racer. Je rijdt al twee jaar op een mooie fiets, maar deze is ‘m helemaal. Nog een versnelling extra en, o wonder, de kabels binnendoor. Die moét je hebben.
Is dat echt zo? De vraag stellen is ‘m beantwoorden en fietser Erik Bronsvoort heeft het antwoord min of meer al voorverpakt in een boek: From marginal gains to a circular revolution. De korte versie is: nee, niet nodig.
Erik: “Al is dat natuurlijk voor iedereen anders. Als je al jaren fietst, weet je dat niet alle nieuwste features je fiets ook echt beter maken. Sterker nog, van mijn fietsvrienden rijdt nog zeker 95 procent met velgremmen in plaats van schijf. Ze vinden het leuk om aan hun fiets te sleutelen, als onderdeel van de hobby, maar hebben geen zin om tijd en energie te verspillen aan remkabels die door stuurpennen, voorvorken en frames moeten worden geleid. Of besteden liever hun geld aan zonnepanelen dan aan nieuwe fietsen met de laatste snufjes. Maar ik ben ook maar een mens en gevoelig voor marketing. Kan ook enorm hebberig worden als ik in een fietswinkel ben. Uiteindelijk moet ik die marketing met mijn verstand opzij zetten.”
‘Wat moet je met een harde racer zonder comfort als je lekker wilt toeren?’
Erik Bronsvoort
Bronsvoort begon vragen te stellen nadat hij Civiele Technieken studeerde aan de Technische Universiteit van Delft, fietste bij studentvereniging WTOS en bij Van Herwerden in de winkel werkte. “Ik vroeg me af of bepaalde innovaties voor de mensheid voordelen zou opleveren. Als projectmanager begeleidde ik bedrijven op het gebied van technologie en duurzaamheid. Daarnaast fietste ik. Ik wil een betere planeet achterlaten. Die drijfveer zorgt ervoor dat ik me nog meer dan toen inzet voor de verduurzaming van de fietsbranche.”
LEVENSCYCLUS
Bronsvoort had een tijdje het idee om directeur te worden van een aannemingsbedrijf, maar realiseerde zich dat er belangrijker dingen zijn in het leven dan een loopbaan met status. Ook bleef als een magneet het fietsen trekken. Hij kon niet anders dan eraan toegeven. Dus veranderde Erik het geweer van schouder in 2018 en richtte samen met Matthijs Gerrits Circular Cycling op, in hartje Utrecht. Gerrits, gespecialiseerd it’er in de fietsbranche, en Erik hadden de fietsbranche geanalyseerd met als vraag: hoe circulair werkt deze en wat kunnen wij eraan toevoegen?
Ze troffen een hoge mate van navelstaren aan. “We gingen met heel veel mensen in de fietsbranche praten. Over het algemeen waren die zeer begaan met de wereld. Ze reden bijvoorbeeld in elektrische auto’s. Beperkten hun vliegreizen tot het minimum en dachten aan het scheiden van afval. Maar als we ze vroegen hoe het zat in hun sector, kregen we vaak als antwoord dan de fiets toch juist heel milieuvriendelijk was. Je hoeft er geen benzine in te stoppen en het is heel gezond om te fietsen. Maar naar de impact van het máken van de fiets hadden ze eigenlijk niet gekeken.”
En die impact is groot. Aan de voorkant van de levenscyclus: welk framemateriaal je ook neemt, het kost veel materiaal en energie om een fiets te bouwen. Aan de achterkant van de levenscyclus: omdat er geen inzamelstructuur is voor gebruikt fietsmateriaal, wordt amper iets hergebruikt. Van gebruikte carbon fietsen wordt 99,9 procent verbrand door de afvalverwerkers. En in het midden: de marketingdruk op consumenten om een nieuwe fiets te kopen terwijl de levensduur nog niet verstreken is.”
MAX VERSTAPPEN
Dat kan anders, dachten de oprichters van Circular Cycling. Een van de eerste activiteiten was
de bouw en verkoop van refurbished fietsen onder de naam Up Cycle. Het idee was om fietsen samen te stellen uit kwalitatief hoogstaande, overjarige of tweedehands frames en onderdelen, om zo de cyclus van ‘elke drie jaar een nieuwe fiets’, met bijbehorende belasting van milieu, te doorbreken. “We wilden een fiets ontwikkelen die goed was, voor een competitieve prijs, maar niet nieuw. We richtten ons niet op de bike freaks. Die willen een fiets volgens de laatste stand van de techniek. Maar een fiets zonder schijfremmen en met de kabels nog buitenlangs kan best een prima fiets zijn. Ga maar na. Een paar jaar geleden kostte een topmodel frame met pakweg SRAM Red vierduizend euro. Nu betaal je voor het huidige equivalent minstens het dubbele. Maar als je geen prof bent en je fiets niet je werkmateriaal is, dan kun je prima uit de voeten met zo’n fiets. Sterker nog: wat moet je met een harde racer zonder comfort als je lekker wilt toeren? Je gaat toch ook niet in de auto van Max Verstappen naar je werk?”
GREENWASHING
Up Cycle liep vast op de kosten van arbeid en op het structureel kunnen aanbieden van passende vervangingsdelen. Er zijn zo veel verschillende standaarden in de fietsbranche, dat je als leverancier niet kunt garanderen dat je over vijf jaar nog dezelfde maat bottom brackets, om maar eens wat te noemen, gaat specificeren. En de noodzakelijke winst liep uit het bedrijf omdat de bouw van moderne racefietsen steeds meer tijd en specifieke gereedschappen vergde.
Maar in zekere zin was Up Cycle een noodzakelijke stap, een opmaat naar de volgende in de duurzame transformatie van de fietsbranche. Bronkvoort ging alleen verder met Circular Cycling richtte zich op de industrie door training op het gebied van duurzaamheid te geven aan belangrijke personen. “Wat ik merk is dat de bereidheid om een duurzame fiets te ontwikkelen er best is. Maar er ontbreekt veel kennis en vooral bewustzijn. Met de training kom ik bij veel bedrijven binnen. Ook op de juiste niveaus. Maar het zijn kleine stapjes”.
Off the record benoemt Erik een paar producenten die zeggen duurzame producten in de markt te zetten, die bij nader inzien maar een klein beetje duurzamer zijn. “Greenwashing heet dat. Je milieuvriendelijker voordoen dan je bent. Duurzaamheid is ook een marketingtool natuurlijk. Daarom heb ik graag dat een ontwerper en een marketeer de training samen volgen, zodat ze samen aan de slag kunnen om een echt duurzaam alternatief te ontwerpen en te verkopen.”
Nou ja, ècht duurzaam is de fietsbranche nog lang niet. In ieder geval niet zolang er geen verantwoordelijkheid wordt genomen voor de complete keten. “Er is nog geen idee wat we met ongebruikt fietsmateriaal moeten doen. Iedere fietsliefhebber heeft wel zo’n kist in de schuur of op zolder met van die spulletjes waarvan je denkt dat ze ooit handig zijn, maar waarvan je eigenlijk wel weet dat je ze nooit gaat gebruiken. Wat gebeurt daarmee als je ze wegdoet? Wordt het materiaal hergebruikt? Daar moeten de leveranciers over nadenken.” Erik ziet ook een rol weggelegd voor de consument. “Het is nu nog iets te vroeg, maar er komt een moment dat de consument inziet dat niet iedere vernieuwing een verbetering is. Dat gaat in golfbewegingen.
Nu is het nog heel modieus om de kabels weg te werken, maar blijft dat zo wanneer het duizend euro per jaar kost om je fiets te onderhouden bij de fietsenmaker, omdat het vervangen van een kabel alleen maar kan door de complete fiets te demonteren?”
SWAPFIETS
Gelukkig zijn er oplossingen, meent Erik. Hij verwijst naar Swapfiets. “Misschien niet direct herkenbaar voor de racefietser, maar zij veranderen het complete model. Niet meer lineair een product kopen, gebruiken en weggooien, maar een abonnement op een fiets.
Bij Swapfiets ontdekten ze dat het veel duurder is een goedkope fiets in te zetten. Je kunt wel een fiets inkopen voor 300 euro en dan aan een klant uitgeven, maar als onderhoud in het pakket zit en een monteur en materiaal je 100 euro per reparatie kost, dan wordt het economisch verstandiger onderdelen te gebruiken die langer meegaan. Zij brachten dat prachtig in kaart met hun technologische achtergrond.
Nu Pon Swapfiets heeft overgenomen en die data beschikbaar heeft, verwacht ik dat Pon ook daarin stappen gaat zetten. Een fiets niet als een product, maar als een dienst. Je neemt een abonnement op een fiets, met service en garantie in het abonnement verwerkt. Een duurzame fiets is voor iedereen beter; de klant, het bedrijf en de wereld. De klant, omdat deze altijd de beschikking heeft over een goed onderhouden fiets, het bedrijf omdat dat een gegarandeerde inkomstenbron heeft uit een abonnement en de wereld omdat er minder geproduceerd hoeft te worden.”
‘Elke verandering begint bij een bewustwording, waarna een soort take off fase komt waarin de veranderingecht in gang is’
Erik Bronsvoort
Erik wijst naar de blauwe band van Swapfiets als voorbeeld. “Die is vanuit een grapje ontstaan. Maar nu is het serieus geworden. Vittoria maakt die banden en levert ze aan Swapfiets. Maar Swapfiets koopt geen banden, ze nemen banden af als dienst en betaalt daarvoor een vast bedrag aan Vittoria. Vittoria levert ze en neemt ze retour om het materiaal opnieuw te gebruiken. De kosten daarvoor worden veel groter als de banden slechter van kwaliteit zijn. Dus het is voor Vittoria goedkoper om goede banden te leveren dan om goedkope banden te leveren. Zo werkt duurzaamheid in de praktijk.”
Inmiddels werkt Erik bevlogen maar geduldig aan zijn missie. Die houdt in: in 2050, als hij met pensioen gaat, is de fietsbranche circulair en in 2028 rijdt de eerste circulaire fiets op de Olympische Spelen. En in de tussentijd geniet hij van de fiets, het fietsen en de kleine stapjes vooruit die hij zet in het halen van zijn missie. “In het begin overviel het me nog wel eens. Lag ik wakker: waarom wordt er niks aan duurzaamheid gedaan? Maar dat houd je niet vol. Bovendien: elk bedrijf heeft daarin zijn reis te maken en niet iedereen is al bij het eindpunt. Dus af en toe kijk ik terug en overzie de stapjes die we al hebben gezet en die zijn talrijk. En dat levert weer vertrouwen op dat het goed gaat komen.”
Shift Cycling Culture
Shift begon als iets ludieks, iets kleins. Met bijvoorbeeld een soort ruilbeurs van ongebruikte fietsspulletjes met een biertje erbij. Mensen brachten hun spullen in en ruilden het voor spullen die ze wel konden gebruiken op hun fiets. Lian van Leeuwen was de initiatiefnemer. We kwamen met elkaar in contact en stelden de vraag hoe we verder Shift Cycling Culture konden laten groeien.
Toen hebben we het idee bedacht om tien ceo’s van fietsbedrijven bij elkaar te brengen en ze te inspireren door lezingen van interessante specialisten op het gebied van duurzaamheid, die ook nog eens fietsten. De man die namens Nederland onderhandelde tijdens de Parijs Akkoorden bijvoorbeeld. Die CEO’s bedachten samen de Climate Commitment, een brief waarin ze zich committeren aan CO2-reductie en op hun beurt andere bedrijven oproepen ook te tekenen. Dat werkt heel goed.
Elke verandering begint bij een bewustwording, waarna een soort take off fase komt waarin de verandering echt in gang is. Daarna is deze niet meer te stoppen. Belangrijk is ook de consument bewust te maken. Het is immers een geval van het ei en de kip: de consument en de fabrikant beïnvloeden elkaar. Als de vraag verandert, moet het aanbod zich aanpassen. Daarom proberen we ook de media mee te nemen in ons verhaal. Dat doen we door online seminars te organiseren. Belangrijk is media mee te nemen in wat er gebeurt.
Duurzaamheid is een belangrijke marketingtool, maar hoe kunnen journalisten herkennen wat echt duurzaam is en wat alleen maar marketing is? Daar geven we educatie in. Op die manier hopen we een beweging te beginnen die niet meer wordt teruggedraaid en waardoor we onszelf overbodig gaan maken. Het liefst zo snel mogelijk, er is immers geen dag te verliezen, maar we verwachten vijf tot tien jaar nodig te hebben. www.shiftcyclingculture.com
Koop RIDE hier